Het bepalen van een realistische waardering van woningen blijft een uitdaging voor de corporatiesector, zoals columnist Johan Conijn benadrukt. De recente beslissing om de marktwaarde te vervangen door een aangepaste beleidswaarde vanaf 2026 markeert een belangrijke verandering in de financiële rapportage van woningcorporaties. Deze nieuwe waarderingsmethode richt zich niet langer op marktconforme waarden, maar op de kasstromen van de corporatie zelf.
De introductie van de marktwaarde in 2016, verplicht gesteld door de Woningwet van 2015, was bedoeld om meer transparantie te bieden over de werkelijke waarde van woningen en om betere rendementsafwegingen mogelijk te maken. Echter, in de praktijk bleek de marktwaarde slechts een formaliteit te zijn voor veel woningcorporaties. Weinigen gebruikten deze waardering daadwerkelijk voor vastgoedsturing, en de verschillen in kasstromen tussen corporaties en beleggers maakten de marktwaarde vaak onrealistisch.
De complexiteit en bureaucratie rondom de marktwaardering namen toe met de jaren, wat leidde tot ontevredenheid bij accountants en een gebrek aan effectief gebruik van de waarderingsmethode. De hoge winsten die voortkwamen uit waardestijgingen op basis van marktwaarde creëerden een vertekend beeld van de financiële positie van woningcorporaties, wat uiteindelijk leidde tot de beslissing om de marktwaarde uit de jaarrekening te schrappen.
De aangepaste beleidswaarde die nu geïntroduceerd wordt, is niet zonder zijn eigen tekortkomingen. Met een standaard exploitatieperiode van 60 jaar, ongeacht de leeftijd van de woning, roept deze waarderingsmethode vragen op over de realistische waarde van het vastgoed. Het blijft een uitdaging voor de corporatiesector om een waarderingsmethode te vinden die een nauwkeurige weergave geeft van de werkelijke waarde van de woningen.
In deze voortdurende zoektocht naar een realistische waardering van vastgoed, blijft het belangrijk om kritisch te blijven kijken naar de gebruikte methoden en om te streven naar transparantie en nauwkeurigheid in de financiële rapportage van woningcorporaties. Johan Conijn benadrukt het belang van een realistische waardering en de uitdagingen die hiermee gepaard gaan in de corporatiesector.